Vrouwen moet hun eigen broek ophouden. Dat is het motto van assurantietussenpersoon Marja de Bruijn
uit Overveen, die vindt dat er nog steeds teveel vrouwen rondlopen die
hun oudedagvoorziening niet goed of zelfs helemaal niet, geregeld
hebben. Is een vrouwelijke tussenpersoon op zich al een zeldzaamheid,
het kantoor van de Bruijn richt zich ook nog eens voornamelijk op
vrouwen. Maar liefst 90% van haar klanten zijn vrouwen. “Maar ik zeg
heus geen ‘nee’ tegen een man.
Marja
de Bruijn keerde in 1991 het onderwijs de rug toe en begon een eigen
assurantiekantoor. Aan huis, want dat was wel zo makkelijk met haar
twee kinderen. Bovendien was zij als ‘eigen baas’ minder gebonden aan
vaste werktijden.”Mijn ene zoon heeft een zeldzame
stofwisselingsziekte, waardoor hij vaak naar het ziekenhuis moet. In
het onderwijs kun je gewoon niet zo makkelijk vrij nemen.
De
eerste jaren waren zwaar, weet De Bruijn nog. “Toen ik net begon, stond
er een inspecteur van De Goudse op de stoep, een oudere man vlak voor
zijn pensioen, die graag nog een keer een startende tussenpersoon wilde
begeleiden. Aan hem heb ik veel steun gehad. Soms belde ik hem huilend
op dat ik het niet meer zag zitten. Hij wist me dan weer op te peppen.
Toen ik vijf jaar bestond, ontbrak hij uiteraard niet op het feestje”.
Van
haar klanten hoort ze regelmatig dat mannelijke adviseurs wat dit
betreft een heel andere aanpak hebben. “Ze vertellen me dat mannen
meteen gaan praten over producten, dat ze ze overladen met informatie,
moeilijke woorden en dat ze meteen willen verkopen. Ik laat een klant
altijd eerst zelf praten. Waarom heeft ze contact met me opgezocht? Wat
was de aanleiding? Een advies en concreet praten komt pas veel later.
Opmerkelijk
is dat het klantenbestand van Marja de Bruijn voor namelijk uit vrouwen
bestaat: maar liefst 90%. Dat is niet altijd zo geweest, vertelt De
Bruijn. Ze steekt niet onder stoelen of banken dat de focus op vrouwen
vanuit commercieel oogpunt is ontstaan en niet zo zeer vanuit een
feministische inslag. “In eerste instantie richtte ik me niet speciaal
op vrouwen. Maar na verloop van tijd merkte ik simpelweg dat er steeds
meer vrouwen bij me aanklopten. Kennelijk bestond er een behoefte aan
een advies kantoor voor vrouwen. Ik dacht toen: ik lijk wel gek als ik
daar niks mee doe. Ik ben toen in dat gat gedoken en ben me specifiek
op deze doelgroep gaan richten.”
Om
haar kantoor onder de aandacht te brengen timmert Marja de Bruijn flink
aan de weg. In het feministisch maandblad Opzij, maar ook in andere
vrouwenbladen, adverteert ze regelmatig met teksten als: ‘Wil je later
niet op een houtje bijten, dan moet je nú wat doen voor je pensioen’.
In Opzij heeft ze zelfs een tijdje een eigen rubriek gehad, getiteld
‘Slim met geld’
,
waarin ze steeds inging op geldzaken en ook schreef ze regelmatig in
het seniorenblad Midi. “Ik vind dat erg leuk om te doen”, zegt ze
enthousiast. Ook is ze als financieel adviseur verbonden aan de
internetsite gelderbij.nl: een ludieke site voor vrouwen die wel wat
extra geld kunnen gebruiken. Verder is De Bruijn zeer actief in het
lezingencircuit. “Ik zit in allerlei vrouwennetwerken, bijvoorbeeld de
SVE, een club voor vrouwelijke ondernemers en de Federatie
Zakenvrouwen. Ik word daardoor regelmatig uitgenodigd om lezingen te
houden bij allerlei vrouwenclubs over het onderwerp ‘vrouwen en geld’:
van een club voor lesbische vrouwen tot een vakbond voor vrouwen in de
bouw. Laatst bijvoorbeeld nog bij de FNV. Kom ik het podium op, vlak na
minister de Geus! Dat vindt ik nou echt ontzettend leuk. De meeste
nieuwe klanten hebben me ooit eens een lezing horen geven of ze komen
op advies van een vriendin bij me.
Runde
De Bruijn de eerste jaren een allround assurantiekantoor, een aantal
jaar geleden besloot ze de schadeportefeuille de deur uit te doen. “Wil
je een schadeportefeuille goed onderhouden, dan gaat daar ontzettend
veel tijd in zitten. Je wordt dan heel veel gebeld en omdat ik veel op
pad ben, is dat moeilijk. Ik wil niet 80 uur per week moeten werken.
Andere tussenpersonen doen dat wel, maar dat is hun keus. Ik had ook
personeel aan kunnen nemen, maar dat heb ik bewust niet gedaan. Ik heb
een tijdje hier stagiaires gehad – per slot van rekening kom ik uit het
onderwijs – maar dat werkte ook niet. Mijn ervaring is dat mijn klanten
me toch persoonlijk willen spreken. Voor schadeverzekeringen verwijs ik
door naar een collega-tussenpersoon en daar hebben mijn klanten geen
moeite mee.”
Op
het gebied van levensverzekeringen werkt Marja de Bruijn met een
beperkt aantal verzekeraars samen, voornamelijk De Goudse, Reaal en
Delta Lloyd. Wat ik heel belangrijk vind, is het contact met de
accountmanager. Doet hij zijn werk goed en heb ik er een leuk contact
mee, dan werk ik graag met zo’n maatschappij samen. Ik ben zelfs eens
meegegaan met een accountmanager die van maatschappij wisselde. Nee,
het maakt me dan echt niet uit of het een vrouw of man is, hoor. Ik
denk dat mannelijke tussenpersonen een veel zakelijker contact met hun
accountmanagers hebben. Ik stuur sommigen zelfs kaartjes met
verjaardagen!”.
Tegenwoordig lijken alle producten erg op elkaar; er
is niet echt één verzekeraar die er wat dit betreft
uitspringt. Wel doe ik veel met De Goudse omdat die
als eerste in de arbeidsongeschiktheidsverzekering
een zwangerschapsdekking opnam. Extra belangrijk,
omdat de Wet Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (WAZ)
is afgeschaft. En ik kijk welke verzekeraars aan
groen beleggen doen, want dat vinden vrouwen
belangrijk.” ‘Verder doe ik veel met Delta Lloyd en
De Goudse, omdat die als een van de weinige
verzekeraars een lijfrenteverzekering aanbieden met
een garantieproduct erin. Daar hechten vrouwen aan:
die gaan veel meer voor degelijkheid en minder voor
rendement. Vrouwen zijn nu eenmaal veel
voorzichtiger dan mannen en ze hebben soms zelfs de
neiging om zich voor alles te willen verzekeren:
daar waarschuw ik ze dan voor.”
|